4 maanden

Twee keer zo zwaar als dat ze op de wereld kwam, is ons jongste meisje nu. In niets lijkt ze meer op dat piepkleine, gerimpelde pakketje botjes met een velletje erom. Precies 17 weken geleden zat ik nu aan de koffie met een collega, er heilig van overtuigd dat het nog wel even zou duren voor ons kleine meisje zich op aarde zou storten. Ze kwam die avond met een gierende vaart, in anderhalf uur werden we vader en moeder van een klein hummeltje. 

Vanochtend knoopte ik haar voor het eerst in de winterdraagdoek. Hoeveel steviger is haar lijfje al dan vier maanden geleden. Terwijl ik stond te sjorren voelde ik een druppel kwijl mijn decolleté inglijden. Zacht gebabbel voorafgaand aan het vuistje dat ze in haar mond steekt. Oogjes die eerst samenknijpen voor ze teruglacht. Het ondefinieerbare gele poppie dat ze steeds weer pakt als ze in de box ligt. Voetjes die boven de rand van de kinderwagenbak uitschoppen als ze in de schaduw geparkeerd ligt te spelen. 

Haar nesthaar is uitgevallen, boven op haar hoofd groeit al een flinke bos fijn, donker babyhaar. Als je gekke gezichten naar haar trekt, legt ze haar handje op je wang. ‘s Ochtends, na haar eerste slokje, ligt ze in de schemering naar ons te giechelen. Naar haar broer en haar zus kijkt ze met interesse, een grote lach als ze terugkijken.

Dat er uit zo’n hulpeloos poppetje in vier maanden al zo’n gezellig grietje kan groeien, blijft ook deze derde keer een wonder. Voor het slapen gaan doe ik haar slofjes uit en trek haar trappelzakje aan. Het voelt alsof ons leven niet veranderd is, of dat kleine mensje er altijd al was, alsof we al heel lang zo compleet zijn. Ik snuffel even aan haar slofjes als ze ligt te slapen, maar in plaats van haar bedwelmende geur, ruik ik zweetkakken. En van het meisje dat van haar broer en zus al in haar tweede week de bijnaam Floddertje kreeg, verbaast dat me helemaal niks.

 

Image

This entry was posted in Uncategorized and tagged . Bookmark the permalink.

Leave a comment